Er was eens een arme en vrijgezelle jonge boer genaamd Yamada aan het werk, ergens in Japan.
Terwijl hij op het veld aan het werk was daalde een Japanse Kraanvogel neer op zijn land. De Kraanvogel was zichtbaar gewond door een pijl van een kariu-do, een vogeljager, dwars door de prachtige vleugel van de vogel. De jonge boer ontfermde zich over deze gewonde vogel, verwijderde de pijl uit haar vleugel en verzorgde haar verwondingen. Door de verzorging kon de Kraanvogel al vrij snel weer vliegen en terwijl de Kraanvogel haar vlucht nam schreeuwde de boer haar na: wees alsjeblieft voorzichtig en kijk uit voor vogel-jagers! De kraanvogel cirkelde nog 3 keer over de boer, hoog boven in de lucht en vloog toen weg uit zijn zicht.
Toen het donker werd en de boer vanaf het land terugkeerde naar zijn simpele huis wachtte een prachtige jonge vrouw op hem die hij nooit eerder in zijn dorp gezien had.
“Welkom thuis, ik wil je vrouw zijn”. Yamada was verwonderd door het feit dat zo’n mooie vrouw naar hem kwam en nog zijn vrouw wilde worden.
De vrouw zag zijn verbazing. Yamada antwoordde: “Maar ik ben een erg arme simpele boer, ik kan toch moeilijk voor je zorgen als mijn vrouw”
De vrouw antwoordde: “Ik bezit heel veel rijst, maak je geen zorgen over me. We kunnen gemakkelijk samenleven voor een lange lange tijd”. Over de dagen, weken en maanden merkte Yamada op dat de voorraad rijst in het geheel niet kleiner leek te worden.
Na een aantal dagen bij Yamada te hebben gewoond vroeg ze aan hem om een kamer in het kleine huis in te richten als weefkamer waarin zij textiel kon weven. Toen hij klaar was met het maken van de kamer vroeg de vrouw hem: “Wil je me beloven NOOIT in de weefkamer te kijken terwijl ik aan het weven ben?” Verwonderd door de vraag maar blij met wat de weefkamer zou kunnen voortbrengen beloofde Yamada nooit in de kamer te kijken wanneer zijn vrouw aan het weven was.
Na zeven dagen weven van vroeg in de morgen tot laat in de avond kwam zijn vrouw de weef-kamer uit met een kleed zo prachtig. Zo mooi had de boer nog nooit gezien. Zijn vrouw stelde voor het kleed te verkopen op de markt om de inkomsten wat te ondersteunen. Yamada ging naar de markt, verkocht het mooie kleed voor een hele goede prijs en reisde zeer content terug naar huis.
In de weken na de verkoop van het kleed ging zijn vrouw weer voor lange tijd elke dag de weefkamer in om uur na uur te weven.
Yamada wist in het geheel niet wat zijn vrouw nu elke dag deed in de weefkamer en na een aantal keer alleen aan de deur te hebben staan luisteren kon hij zijn nieuwsgierigheid niet meer beteugelen. Hij MOEST even kijken om te zien wat zijn vrouw daar nu doet in de kamer. Door een van de vele kieren in het armetierig huis keek hij de weefkamer binnen, op zijn tenen staand.
Wat hij zag gebeuren in de weefkamer deed zijn ogen ongelooflijk wijd openen. Zijn vrouw weefde de prachtige kleden van haar eigen veren!
Zijn vrouw merkte direct op dat Yamada haar aan het bekijken was tijdens haar werkzaamheden in de weefkamer. Ze opende zelf de deur waarvoor Yamada aan het kijken was en confronteerde hem met de waarheid. “ik ben de kraanvogel die je gered hebt Yamada. Ik wilde je terugbetalen voor het redden van mijn leven. Je hebt nu echter ontdekt wie ik ben en je hebt je belofte geschonden. Ik moet nu gaan”. Als kraanvogel keek ze nog 1 keer om waarna zij haar vleugels spreidde en uit het zicht van de jonge boer wegvloog om daarna nooit meer in het leven van Yamada terug te keren.
Hoe nieuwsgierig ook naar achtergronden, wanneer een belofte is gedaan breek dan je belofte niet.